Het Hof van Justitie EU oordeelt dat een BTW-vrijstelling van toepassing is op de door Franck verleende dienst. Franck stelt namelijk tegen vergoeding middelen die zij heeft verkregen van een factoringmaatschappij ter beschikking aan Konzum.

FRANCK d.d. Zagreb verwerkt thee en koffie en stelt middelen ter beschikking aan Konzum, een detailhandelsketen. Hierbij geeft Konzum, als kredietverlener een orderbriefje uit aan Franck, als kredietnemer. Franck verplicht zich er daarbij om het in dit orderbriefje vermelde bedrag cash uit te betalen aan Konzum. Franck draagt dit orderbriefje vervolgens over aan een factoringmaatschappij. De factoringmaatschappij betaalt daarop 95 tot 100 % van het bedrag aan Franck, die dit bedrag op haar beurt weer overschrijft op de rekening van Konzum. Daarbij wordt de inning ervan gewaarborgd wanneer het orderbriefje opeisbaar wordt. Ook verbindt Konzum zich er toe om Franck de interesten en de kosten die de factoringmaatschappij haar factureert terug te betalen en een vergoeding van 1% van het in het orderbriefje vermelde bedrag te betalen. Volgens de Kroatische Belastingdienst is hierbij ten onrechte geen BTW gefactureerd. De fiscus is namelijk van mening dat de vergoeding die Franck heeft ontvangen de tegenprestatie is voor een dienst inzake de inning van schuldvorderingen, waarvoor Franck is opgetreden als bemiddelaar tussen de factoringmaatschappijen en Konzum. Franck is van menig dat zij een dienst inzake kredietverlening verricht, die van BTW is vrijgesteld. De Kroatische rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de BTW-vrijstelling voor de verlening van kredieten en handelingen betreffende andere handelspapieren van toepassing is op de door Franck verleende dienst. Franck stelt namelijk tegen vergoeding middelen die zij heeft verkregen van een factoringmaatschappij ter beschikking aan Konzum. Het Hof van Justitie EU wijst er daarbij op dat Franck een door Konzum uitgegeven orderbriefje heeft overgedragen aan de factoringmaatschappij en deze de terugbetaling van het orderbriefje heeft gewaarborgd wanneer het opeisbaar wordt. Franck heeft geen schuldvorderingen ingevorderd en is ook niet opgetreden als tussenpersoon voor de factoringmaatschappijen. De door haar ontvangen vergoeding is namelijk door Konzum betaald als tegenprestatie voor de terbeschikkingstelling van middelen. Verder heeft Franck interesten en kosten betaald aan de factoringmaatschappij, die vervolgens door Konzum zijn terugbetaald.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 18 december

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen