X is een bedrijfstakpensioenfonds voor personeel dat in de sector zorg en welzijn werkt(e). Over het tijdvak juli 2009 voldoet X op aangifte € 510.423 aan btw. X is van mening dat de door haar verrichte beheersactiviteiten delen in de btw-vrijstelling. Verder stelt X dat zij kwalificeert als een gemeenschappelijk beleggingsfonds in de zin van de btw-richtlijn. Hof Den Haag oordeelt dat X niet kwalificeert als een gemeenschappelijk beleggingsfonds. Een deelnemer in X heeft namelijk een begrensd recht op een pensioenuitkering, en daarmee niet een vast recht op een deel van het vermogen. Tevens is het karakter van een instelling als X wezenlijk anders dan dat van een gemeenschappelijk beleggingsfonds. Het gelijk is aan de inspecteur.
Advocaat-generaal Ettema concludeert dat X de vrijstelling kan toepassen op de door haar verrichte vermogensbeheerdiensten. De A-G overweegt hierbij dat X in concurrentie treedt met icbe's (Instellingen voor Collectieve Belegging in Effecten). De A-G verwijst hierbij naar de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU. A-G Ettema adviseert de Hoge Raad om het beroep in cassatie van X gegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 17 maart