De Hoge Raad oordeelt dat de diensten van de heer X zijn vrijgesteld, aangezien hij anesthesiewerkzaamheden verricht en dat deze diensten worden verricht in zijn hoedanigheid van beoefenaar van een beroep waarvoor regels zijn gesteld krachtens de Wet BIG.

Belanghebbende, de heer X, heeft een opleiding tot verpleegkundige afgerond. X is op grond daarvan als zorgverlener opgenomen in het BIG-register. Daarna heeft X een HBO-opleiding tot anesthesiemedewerker afgerond. X werkt als zelfstandig anesthesiemedewerker in ziekenhuizen. X assisteert aldus de anesthesioloog. Deze arts blijft (eind)verantwoordelijk voor de anesthesie. X is niet aansprakelijk voor eventuele schade, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. In geschil is of de door X verrichte diensten van btw zijn vrijgesteld. Rechtbank Zeeland-West-Brabant en Hof 's-Hertogenbosch oordelen dat de diensten zijn aan te merken als gezondheidskundige verzorging van de mens. Het is aannemelijk dat de diensten een essentieel onderdeel zijn van de behandeling van de patiënt gericht op diens genezing. De Staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat de diensten van X zijn vrijgesteld, aangezien in het oordeel van het hof ligt besloten dat X anesthesiewerkzaamheden verricht en dat deze diensten worden verricht in zijn hoedanigheid van beoefenaar van een beroep waarvoor regels zijn gesteld krachtens de Wet BIG. Voorts heeft het hof – in cassatie onbestreden – geoordeeld dat X de werkzaamheden verricht als zelfstandig ondernemer. Het maakt niet uit dat X instructies van de ziekenhuizen of anesthesiologen moet opvolgen en dat hij behoudens eigen opzet of bewuste roekeloosheid niet aansprakelijk is voor schade. Het beroep van de Staatssecretaris ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 16 juni

22

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen