X heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in Duitsland. In 2017 stelt CAK de voorlopige jaarrekening vast en bepaalt de door X verschuldigde buitenlandbijdrage op € 975. Ook de definitieve jaarrekening wordt vastgesteld op € 975. Nadat de Belastingdienst het inkomen 2016 van X opnieuw vaststelt, herziet CAK het besluit en stelt de buitenlandbijdrage vast op € 5463. Uit een onderzoek is namelijk gebleken dat de regels al sinds 2010 zijn veranderd en dat sinds 1 mei 2010 de bepaling dat de buitenlandbijdrage niet hoger mag zijn dat het bruto wettelijk pensioen dat Nederland uitkeert, niet meer van toepassing is. X acht de vastgestelde buitenlandbijdrage te hoog.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat CAK de buitenlandbijdrage correct heeft vastgesteld. Dat CAK jarenlang niet heeft onderkend dat de maximering van de buitenlandbijdrage tot het bedrag van het Nederlandse pensioen niet langer gold, is niet van belang. Ook is niet van belang dat CAK X niet op de hoogte heeft gesteld van de wijzigingen, omdat de buitenlandbijdrage van X in strijd met de geldende regelgeving over de jaren 2011 - 2015 op een aanzienlijk te laag bedrag is vastgesteld. Verder geldt dat CAK de buitenlandbijdrage met toepassing van de dwingendrechtelijke regelgeving moet vaststellen.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Sociale zekerheid algemeen, Sociale zekerheid ziektekosten
Instantie: Centrale Raad van Beroep
Editie: 2 mei