De Servier VU rijdt vanuit Turkije richting Servië in een vrachtwagen die is geladen met aluminium profielen. Bij een controle aan de Bulgaarse grens worden acht pallets meer aangetroffen dan is aangegeven. Aan VU wordt een boete opgelegd. Verder worden de aluminium platen geconfisqueerd. VU is het hier niet mee eens en Sistem Lux OOD, de eigenaar van de aluminium platen, ook niet. De Bulgaarse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Bulgarije naast de opgelegde boete voor een overtreding van de douanewetgeving ook nog de goederen confisqueert die het voorwerp van die overtreding zijn. Daarbij moeten de goederen dan wel toebehoren aan een persoon aan wie die overtreding kan worden toegerekend. Verder moet het stelsel van de op die overtreding toepasselijke sancties in zijn geheel in overeenstemming zijn met het proportionaliteitsvereiste. Ook is het niet in strijd met het EU-recht dat Bulgarije een overtreding van de douanewetgeving constateert louter vanwege het feit dat de voorgeschreven wijze van aangifte van vervoerde goederen niet in acht is genomen. Wel is het strijdig met EU-recht dat aan de overtreder een bestuurlijke sanctie wordt opgelegd die minstens gelijk is aan de douanewaarde van de goederen die het voorwerp van die overtreding zijn.
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Rubriek: Douane, Strafrecht
Editie: 24 december
Informatiesoort: VN Vandaag