Het Duitse Gräss Solartechnik GmbH & Co. KG houdt de aandelen in het Bulgaarse Wind Inovation 1 EOOD. Gräss heeft een schuld aan het Duitse Kühling Stahl- und Metallbau GmbH. Omdat Gräss haar schuld aan Kühling niet betaalt, vraagt Kühling om de ontbinding van Wind Inovation. Wind Inovation verzoekt vervolgens in augustus 2015 om geschrapt te worden uit het btw-register. Meteen nadat het schrappingsbesluit aan haar bekend is gemaakt, dient Wind Inovation een nieuw verzoek tot inschrijving in het btw-register in. Zij geeft daarbij aan dat zij haar handelsactiviteit niet heeft beëindigd, en dat haar omzet zelfs op het ogenblik van de inschrijving van de liquidatie in het handelsregister de drempel voor de verplichte btw-registratie vele malen oversteeg. Op grond van de schrapping uit het btw-register berekent Wind Inovation btw over de op 7 augustus 2015 aanwezige activa en neemt deze als verschuldigde btw op in de btw-aangifte over deze maand. Vervolgens dient Wind Inovation bezwaar in. De Bulgaarse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat verplichte schrapping uit het btw-register met zich brengt dat de op het moment van ontbinding over de aanwezige activa verschuldigde btw aan de staat moet worden overgemaakt. Hierbij geldt volgens het Hof van Justitie EU dan wel als voorwaarde dat de vennootschap vanaf haar ontbinding geen economische werkzaamheden meer verricht. Vervolgens merkt het Hof van Justitie EU op dat er wel sprake is van strijd met het EU-recht als deze verplichting ook geldt wanneer een vennootschap in de loop van haar liquidatieprocedure economische werkzaamheden blijft verrichten, en het recht op btw-aftrek afhankelijk wordt gesteld aan de verplichting om de verschuldigde btw te betalen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie