Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de plaats van de werkelijke leiding van X bv in Portugal is gelegen. Het hof verwijst naar de procedure van A, de dga van X bv, die in Portugal woont. Volgens het hof moet ook X bv dan als inwoner van Portugal worden aangemerkt. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
A houdt de aandelen in de naar Nederlands recht opgerichte X bv. X bv heeft diverse financiële verhoudingen met A. In maart 2000 emigreert A naar Portugal. X bv heeft ook na de emigratie van A als binnenlands belastingplichtige VPB-aangifte gedaan. Naar aanleiding van een onderzoek naar de aangifte VPB 2012 corrigeert de inspecteur de aanslagen VPB 2012-2014. In geschil is of X bv op basis van het belastingverdrag met Portugal belastingplichtig is in Nederland.
Hof ’s-Hertogenbosch (V-N 2021/34.1.4) oordeelt dat de plaats van de werkelijke leiding van X bv in Portugal is gelegen. Het hof verwijst daarbij naar de procedure van A, de dga van X bv, die in Portugal woont. X bv moet daarom voor toepassing van het verdrag ook als inwoner van Portugal worden aangemerkt op grond van art. 4 van het verdrag. De VPB-aanslagen 2012-2014 zijn terecht vernietigd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
(Na conclusie van A-G Wattel, die wij opnamen in V-N 2022/20.8)
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 2
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Vennootschapsbelasting
Editie: 11 december
Informatiesoort: VN Vandaag