Belanghebbende, X bv, heeft een vordering van € 386.010 op haar dga. In haar VPB-aangifte 2009 waardeert X bv de vordering op de dga af naar nihil. De inspecteur accepteert echter slechts een afwaardering van € 216.323. X bv stelt dat de vordering op haar dga onvolwaardig is geworden, omdat Justitie een procedure tegen hem is gestart om wederrechtelijk verkregen voordeel te ontnemen. De inspecteur is van mening dat de dga in staat is om zijn verplichtingen jegens X bv na te komen.
Hof Den Haag oordeelt dat X bv het restant van de vordering (€ 169.687) niet ten laste van haar winst kan afwaarderen naar nihil. Het hof overweegt daarbij dat weliswaar beslag is gelegd op vermogen van de dga, maar niet op diens gehele vermogen. Verder wijst het hof er nog op dat de dga van mening is dat het beslag ten onrechte is gelegd. Ook acht het hof de volgende punten nog van belang ten aanzien van het jaar 2009:
De dga leefde zonder bron van inkomsten bij de Belastingdienst te hebben aangegeven;
De dga beschikte over diverse panden die hij verhuurde;
De dga heeft een Landrover van ongeveer € 11.000 gekocht;
De dga heeft ongeveer € 4000 aan contanten op een rekening van de H Bank gestort;
De dga heeft nog diverse contante uitgaven gedaan.
Volgens het hof toont X bv dan ook niet aan dat de dga ultimo 2009 niet in staat was om de openstaande schuld in de resterende zes jaar af te lossen. Het gelijk is aan de inspecteur.
Lees ook het thema Eigen vermogen versus vreemd vermogen in de vennootschapsbelasting.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 31 oktober