Belanghebbende, X bv, maakt deel uit van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. De ontvanger stelt X bv op grond van art. 39 IW 1990 aansprakelijk voor onbetaald gebleven aanslagen vennootschapsbelasting die zijn opgelegd aan de (inmiddels gefailleerde) moedermaatschappij van X bv. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de ontvanger X bv terecht aansprakelijk heeft gesteld voor onbetaald gebleven aanslagen vennootschapsbelasting die zijn opgelegd aan de (inmiddels gefailleerde) moedermaatschappij van X bv.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van de rechtbank dat de ontvanger X bv terecht aansprakelijk heeft gesteld voor onbetaald gebleven aanslagen vennootschapsbelasting die zijn opgelegd aan de (inmiddels gefailleerde) moedermaatschappij van X bv. Het beroep van X bv op verjaring faalt. De ontvanger heeft de verjaring jegens de moedermaatschappij gestuit en die stuiting geldt ook jegens X bv. Tenslotte oordeelt het hof dat X bv haar stelling dat de vennootschapsbelastingschulden waarvoor zij aansprakelijk is gesteld, moeten worden verminderd met in 2009 geleden compensabele verliezen, niet aannemelijk heeft gemaakt. Het hof verklaart het hoger beroep van X bv ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Invordering
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 12 oktober