Advocaat-generaal Wattel stelt cassatie in het belang der wet voor. Volgens de A-G had het hof het rechtsmiddelgebruik van X BV niet-ontvankelijk moeten verklaren wegens gebrek aan procesbelang. Verder is het volgens de A-G wel mogelijk om de drie in 2018/2019 verkochte onroerende zaken per ultimo boekjaar 2017 op de WEV te waarderen.

Het verlies van X BV voor het jaar 2017 bedraagt € 671.537. Nadat de inspecteur het verlies vaststelt op € 303.807, maakt X BV bezwaar tegen de aanslag en de verliesvaststellingsbeschikking. Zij verzoekt de inspecteur om de belastbare winst, in verband met de voorkoming van verliesverdamping, hoger vast te stellen en wel op € 2.150.800. Na verrekening van verliezen bedraagt het belastbaar bedrag volgens X BV dan nihil. X BV verzoekt in bezwaar ook om een stelselwijziging voor enkele (in 2018 en 2019 verkochte) onroerende zaken. De overige in bezit zijnde onroerende zaken blijven gewaardeerd tegen de kostprijs minus afschrijvingen. De inspecteur is van mening dat X BV geen procesbelang heeft. Hof Den Haag oordeelt dat X BV beschikt over een procesbelang en behandelt het geschil inhoudelijk. Voorts oordeelt het hof dat een stelselwijziging, waarbij verschillende waarderingsgrondslagen worden gehanteerd voor bedrijfsmiddelen binnen eenzelfde categorie bedrijfsmiddelen die naar hun aard en functie binnen de onderneming niet verschillen, niet in overeenstemming is met goed koopmansgebruik. Daarom is overgang naar een stelsel van waardering op waarde in het economische verkeer voor slechts een deel van de onroerende zaken niet toegestaan. Het gelijk is aan de inspecteur.

Advocaat-generaal Wattel stelt cassatie in het belang der wet voor. Volgens de A-G had het hof het rechtsmiddelgebruik van X BV niet-ontvankelijk moeten verklaren wegens gebrek aan procesbelang. Verder is het volgens de A-G wel mogelijk om de drie in 2018/2019 verkochte onroerende zaken per ultimo boekjaar 2017 op de WEV te waarderen. De A-G vordert vernietiging van de uitspraak van het hof zonder rechtsgevolgen voor de partijen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 20

Instantie: Hoge Raad (Parket)

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Vennootschapsbelasting, Inkomstenbelasting

Editie: 29 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

48

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen