Staatssecretaris Van Rij van Financiën beantwoordt Kamervragen van het lid Omtzigt over de uitspraak van Hof Den Haag van 22 februari 2023, nr. 22/00410, V-N 2023/24.1.1, over een WGA-uitkering en de berekeningsgrondslag voor de arbeidskorting. Tegen de uitspraak is door Van Rij cassatie ingesteld.
Het hof refereert aan beleid van de Belastingdienst en oordeelt dat dit in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Het beleid gaat over de toepassing van de samenvoegregels. Het doel van de samenvoegbepaling is om inkomen verstrekt door verschillende inhoudingsplichtigen samen te voegen om te voorkomen dat werknemers via hun aanslag inkomstenbelasting moeten bijbetalen. Het is nu aan de Hoge Raad om hierover te oordelen.
De groep waar de uitspraak op ziet bestaat uit alle belastingplichtigen die naast hun socialezekerheidsuitkering, loon uit tegenwoordige dienstbetrekking ontvangen. In de antwoorden werkt de staatssecretaris meerdere rekenvoorbeelden uit. De door de Tweede Kamer verzochte kabinetsreactie op genoemde uitspraak volgt nog, naar verwachting voor het zomerreces 2023.
Verder gaat Van Rij in op de problematiek van de eenverdiener-huishoudens waarvan één van de partners geen of een zeer laag inkomen heeft en zij een lager besteedbaar inkomen hebben dan paren die een bijstandsuitkering ontvangen. Voor deze groep wordt gewerkt aan een structurele oplossing. De verwachting is dat de Kamer hierover met Prinsjesdag 2023 wordt geïnformeerd.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 33
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 21 juni