Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Polen in strijd met het EU-recht handelt door een btw-vrijstelling te weigeren bij de levering van goederen naar een plaats buiten de EU wanneer wordt vastgesteld dat de afnemer niet degene is die op de factuur staat vermeld.
Het Poolse Unitel sp. z o.o. verkoopt in 2007 telefoons aan twee Oekraïense ondernemingen. Volgens de Poolse Belastingdienst vormt deze verkoop geen levering van goederen voor de btw-heffing, omdat de telefoons niet zijn verworven door de op de facturen vermelde ondernemingen, maar door andere niet-geïdentificeerde ondernemingen. Unitel heeft dan ten onrechte het btw-tarief van 0% toegepast. Unitel is het hier niet mee eens. De Poolse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Polen in strijd met het EU-recht handelt door een btw-vrijstelling te weigeren bij de levering van goederen naar een plaats buiten de EU wanneer wordt vastgesteld dat de afnemer niet degene is die op de factuur staat vermeld. De btw-vrijstelling mag wel worden geweigerd wanneer het feit dat de daadwerkelijke afnemer niet is geïdentificeerd, verhindert dat wordt bewezen dat de aan de orde zijnde handeling een levering van goederen is. Dit geldt ook wanneer vaststaat dat de belastingplichtige wist of had moeten weten dat deze handeling deel uitmaakt van btw-fraude. Vervolgens merkt het Hof van Justitie EU nog op dat, wanneer de btw-vrijstelling wordt geweigerd, geen recht bestaat op aftrek van de btw-voorbelasting. Dan moet namelijk worden aangenomen dat de aan de orde zijnde handeling geen belastbare handeling is.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 18 oktober