In 2017 geeft de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat S&O-verklaringen af aan X GmbH voor enkele projecten. In maart 2018 doet X mededeling van het aantal in 2017 gerealiseerde S&O-uren en de gemaakte kosten en uitgaven. De staatssecretaris corrigeert in 2019 de aan X GmbH afgegeven S&O-verklaringen 2017. Volgens hem waren bepaalde bouwkosten en malkosten voor enkele projecten nog niet betaald op het moment dat X GmbH mededeling deed van de S&O kosten voor het jaar 2017. Verder is volgens de staatssecretaris een aantal kosten reeds in 2016 betaald.
Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat alleen betaalde kosten in aanmerking kunnen komen voor de S&O-regeling. Dit volgt namelijk duidelijk uit de WVA en de Regeling S&O-afdrachtvermindering. Het beroep van X GmbH op de Handleiding WBSO, waaruit volgens haar niet zo duidelijk blijkt dat de kosten al betaald moeten zijn op het moment van de mededeling en dat zij mag vertrouwen op de inhoud van deze brochure, wordt door het CBB verworpen. Het CBB overweegt daarbij dat weliswaar niet overal in de brochure staat dat de kosten al betaald moeten zijn, maar op diverse plekken staat dat het moet gaan om ‘betaalde kosten’ en dat de betalingen ook bijgehouden moeten worden.
Wetsartikelen:
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 25
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 24
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: College van Beroep voor het bedrijfsleven
Editie: 14 juli