Hof Amsterdam oordeelt dat de cellen en stellages, inclusief de technisch en functioneel met de cellen verbonden installaties, ‘werken’ zijn in de zin van art. 3:3 lid 1 BW, en dat deze werken een onroerende zaak zijn in de zin van art. 3:3 BW. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X bv koopt voor € 10 mln een bedrijfsgebouw met toebehoren. In het gebouw bevinden zich stellingen en koel- en rijpingscellen voor de opslag van groenten en fruit. X bv is van mening dat deze stellingen en cellen roerende zaken zijn en derhalve niet tot de heffingsgrondslag voor de overdrachtsbelasting behoren. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de cellen en de stellingen bestanddelen zijn van het gebouw, in de zin van art. 3:4 lid 1 BW. Volgens Hof Den Haag zijn de koel- en rijpingscellen en de stellages echter niet aan te merken als bestanddelen van het bedrijfsgebouw in de zin van art. 3:4 BW. Het hof verleent vervolgens een teruggaaf van overdrachtsbelasting. De staatssecretaris gaat in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat het hof heeft verzuimd te beoordelen of de koel- en rijpingscellen en de stellages naar de maatstaf van art. 3:3 BW als onroerend moeten worden beschouwd. De uitspraak is derhalve onvoldoende gemotiveerd. De Hoge Raad verwijst de zaak vervolgens naar Hof Amsterdam.

Hof Amsterdam (V-N 2018/34.1.5) oordeelt dat de cellen en stellages, inclusief de technisch en functioneel met de cellen verbonden installaties, ‘werken’ zijn in de zin van art. 3:3 lid 1 BW, en dat deze werken een onroerende zaak zijn in de zin van art. 3:3 BW. De inspecteur heeft de aan de cellen en stellages toegerekende waarde dan ook terecht tot de grondslag voor de heffing van overdrachtsbelasting gerekend. Het hof acht daarbij van belang dat de cellen en stellages op de oorspronkelijke bouwtekeningen zijn ingetekend. Het is aannemelijk, gezien de bouwtekeningen en enkele foto’s, dat het gebouw en de daarin aanwezige cellen en stellages als één geïntegreerd geheel zijn ontworpen en gebouwd, specifiek bestemd voor de geconditioneerde opslag en rijping van fruit. Het gelijk is aan de inspecteur.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 3 4

Burgerlijk Wetboek Boek 3 3

Wet op belastingen van rechtsverkeer 9

Wet op belastingen van rechtsverkeer 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Hoge Raad

Editie: 11 april

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen