Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat een certificering van aandelen in een OZR anders is dan een certificering van de (rechten op de) onroerende zaken. Het gelijkheidsbeginsel is niet van toepassing.

Stichting X wordt in 2020 opgericht en heeft onder meer als doel het verkrijgen van onroerende zaken tegen toekenning van certificaten en het beheren en exploiteren van onroerende zaken. Daarbij is stichting X niet verplicht om opbrengsten van de onroerende zaken uit te keren aan certificaathouders. De oprichters van stichting X, Y en Z zijn ieder voor vijftig procent onverdeeld juridisch en economisch gerechtigd tot appartementsrechten dan wel (voortdurend of eeuwigdurend) recht van erfpacht van/op een (onder-) appartementsrechten in diverse onroerende zaken. De economische eigendom van deze rechten op onroerende zaken zijn destijds door Y en Z aan stichting X i.o. geleverd, waarbij stichting X als tegenprestatie certificaten heeft uitgegeven aan Y en Z. In het kader van de levering van de economische eigendom van de rechten op de onroerende zaken heeft stichting X twee formulieren 'Melding overdracht van economische eigendom' en twee aangiften overdrachtsbelasting ingediend. Stichting X heeft bezwaar en beroep ingesteld tegen de voldoening op aangifte. In beroep is in geschil of stichting X op grond van het gelijkheidsbeginsel recht heeft op een goedkeuring uit het Besluit over belastbaar feit in overdrachtsbelasting (Besluit van 15 oktober 2015, BLKB2015/794M, Stcrt. 2015, 36766, V-N 2015/55.20. Op basis van deze goedkeuring wordt onder voorwaarden een tegemoetkoming ten bedrage van de door de certificering verschuldigde overdrachtsbelasting verleend.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat een certificering van aandelen in een OZR anders is dan een certificering van de (rechten op de) onroerende zaken. Bij certificering van aandelen in een onroerende zaakrechtspersoon blijft de gerechtigdheid tot de onroerende zaken ongewijzigd, terwijl bij certificering van de rechten op onroerende zaken de gerechtigdheid dit wel het geval is. Hierdoor is geen sprake van gelijke gevallen. Bovendien voldoet stichting X niet aan de overige voorwaarden uit het Besluit over belastbaar feit in overdrachtsbelasting. In de statuten van stichting X staat namelijk geen dooruitdelingsverplichting met betrekking tot de opbrengsten van de onroerende zaken. Het beroep van Stichting X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 2

Wet op belastingen van rechtsverkeer 4

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 24 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

28

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen