X houdt (indirect) de aandelen in een aantal vennootschappen. De vennootschappen verkeren in staat van faillissement. Ook X en zijn vrouw zijn in privé in staat van faillissement verklaard. In 2019 en 2020 verricht X werkzaamheden als vrachtwagenchauffeur voor vennootschappen van zijn kinderen. In verband met zijn faillissement wil X echter geen inkomen genereren op eigen naam. De inspecteur is van mening dat X met zijn werkzaamheden als vrachtwagenchauffeur ROW geniet en legt IB-navorderingsaanslagen 2019 en 2020 op aan X.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X voordeel beoogt te realiseren met zijn werkzaamheden als chauffeur en daardoor ROW geniet. Zonder het faillissement had X het resultaat van zijn werkzaamheden niet aan de BV, en dus indirect aan zijn kinderen, laten toekomen. Verder maakt X niet aannemelijk dat de schattingen over de hoogte van het ROW-inkomen van de inspecteur te hoog zijn. De navorderingsaanslagen blijven in stand.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 28 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag