Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat de referentiemodellen ten opzichte van de bestaande modellen gelijksoortige auto’s zijn. De conclusies van algemene en brede onderzoeken kunnen niet rechtstreeks worden toegepast op de nieuwe modellen.
X bv doet BPM-aangiften voor zeventien auto's. In geschil is of hierbij van te hoge CO2-uitstoten is uitgegaan. Volgens X bv moeten deze voor bestaande modellen worden vastgesteld conform de NEDC1-geteste referentiemodellen. Voor de nieuwe modellen bepleit zij op basis van twee externe onderzoeken eveneens tot verminderingen.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat de referentiemodellen ten opzichte van de bestaande modellen gelijksoortige auto’s zijn (vgl.Hof Den Haag 15 december 2022, 21/01182, V-N 2023/14.26.16). De conclusies van algemene en brede onderzoeken kunnen niet rechtstreeks worden toegepast op de nieuwe modellen. Voor de uitlatingen van de Staatssecretaris van Financiën in zijn hoedanigheid als medewetgever beroept X bv zich vergeefs op het vertrouwensbeginsel. Voor acht auto's volgen wel alsnog extra leeftijdskortingen. De beroepen zijn deels gegrond. X bv krijgt wegens het overschrijden van de redelijke termijn een immateriële schadevergoeding van € 2000 en een proceskostenvergoeding van € 2511.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9
Instantie: Rechtbank Den Haag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 20 november
Informatiesoort: VN Vandaag