Stichting X behartigt de belangen van ondernemers uit de palingsector. Daarvoor verricht stichting X collectieve en promotionele activiteiten (collectieve belangenbehartiging) en wetenschappelijk onderzoek naar de paling. De BTW op kosten voor deze niet-economische activiteiten brengt stichting X in aftrek. Stichting X heeft onder meer tot doel een duurzaam herstel en instandhouding van de palingstand in de binnenlandse wateren en de duurzame instandhouding van de Nederlandse palingsector. Op grond van een licentieovereenkomst met vereniging Y exploiteert stichting X een duurzaamheidskeurmerk. Daarvoor ontvangt stichting X een gebruiksrechtvergoeding die zij moet aanwenden overeenkomstig het doel van vereniging Y. Het doel van vereniging Y is de verbetering van de palingstand en de inzet voor een duurzame palingsector.
Tussen partijen staat vast dat de door stichting X ontvangen gebruiksrechtvergoedingen voor het keurmerk belast zijn met BTW en dat de exploitatie van het keurmerk een BTW-belaste activiteit is.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat stichting X de BTW op de kosten voor de niet-economische collectieve behangenbehartiging en de wetenschappelijke onderzoeken en de BTW op de algemene kosten niet volledig in aftrek kan brengen. Stichting X verschaft geen inzicht in de aard van de ingekochte prestaties waar de voorbelasting betrekking op heeft. Omdat de doelstelling van vereniging Y overeenkomt met de doelstelling van stichting X, is aannemelijk dat de exploitatie van het keurmerk geen doel op zich is, maar een middel om de doelstelling van stichting X te realiseren. Stichting X gebruikt de gebruiksrechtvergoedingen voor de financiering van de wetenschappelijke onderzoeken en de collectieve belangenbehartiging die verband houden met de doelstellingen van stichting X. Daarom zijn de niet-economische activiteiten niet nauw verbonden met de BTW-belaste exploitatie van het keurmerk of de algehele BTW-belaste economische activiteit van stichting X. Er is sprake van zelfstandige niet-economische activiteiten waarvoor geen recht op BTW-aftrek bestaat. De aan stichting X opgelegde verzuimboete van 10% is passend en geboden. De boete wordt verminderd met 15% in verband met de overschrijding van de redelijke termijn.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 4
Wet op de omzetbelasting 1968 15