Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X recht heeft op aftrek van scholingsuitgaven voor het door haar betaalde collegegeld, omdat sprake is van een depotstorting.

X is in augustus 2015 naar Nederland gekomen en binnenlands belastingplichtig geworden in verband met een studie aan de TU Delft. In verband met de aanvraag van een verblijfsvergunning heeft X op 22 mei 2015 een bedrag van € 23.760 aan de TU Delft betaald, bestaande uit het collegegeld van € 13.560 en de kosten van levensonderhoud van het eerste verblijfsjaar van € 10.200. In geschil is of scholingsuitgaven zijn betaald gedurende de periode dat X binnenlands belastingplichtig is.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de betaling van X aan de TU Delft op 22 mei 2015 als een depotstorting aangemerkt moet worden. Het collegegeld is X pas verschuldigd op het moment van definitieve inschrijving, en die vond plaats nadat de verblijfsvergunning was afgegeven. Het hof acht aannemelijk dat de voldoening van het collegegeld heeft plaatsgevonden door verrekening op of omstreeks 11 september 2015. Niet in geschil is dat X op dat moment binnenlands belastingplichtig is. X heeft recht op een aftrek van scholingsuitgaven.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.27

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 20 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

489

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen