H bv verwerft op 17 augustus 2005 het recht van erfpacht van het F-gebouw, een beschermd monument. Begin 2006 gaat H bv (als beherend vennoot) een cv aan met I (als commanditair vennoot), waarbij de juridische gerechtigdheid tot het F-gebouw wordt ingebracht. Medio 2006 treedt belanghebbende, X, tot de cv toe. Zij neemt daarbij het aandeel van I over. Medio 2007 sluit H bv een aannemingsovereenkomst met G, om het F-gebouw op te knappen. In haar IB-aangifte 2007 brengt X een bedrag aan onderhoudskosten rijksmonumenten in aftrek. De inspecteur staat de aftrek niet toe. Volgens hem is H bv namelijk juridisch eigenaar van het erfpachtrecht en heeft H bv de onderhoudsuitgaven voor eigen rekening gedaan.
Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat het – gezien de inhoud van de cv-akte en de akte van levering – zakelijk is de onderhoudsuitgaven aan de cv toe te rekenen. De rechtbank wijst er daarbij onder andere op dat bepaald is dat de baten en lasten ten aanzien van het F-gebouw voor rekening van de cv komen en dat het aan het erfpachtrecht verbonden risico op de cv is overgegaan. Volgens de rechtbank handelde H bv dan ook in zijn hoedanigheid van beherend vennoot toen zij de onderhoudsuitgaven deed. Verder wijst de rechtbank er nog op dat de onderhoudsuitgaven ook daadwerkelijk met het commanditair kapitaal van X zijn verrekend. Het gelijk is aan X.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.31
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage
Editie: 6 november