X bv en haar 100%-dochter A bv handelen in uurwerken, sieraden en mode-artikelen. De directeur-grootaandeelhouder van X bv woont in India en is aandeelhouder van aldaar gevestigde bedrijven. Na een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat X bv aan een Indiaas zusterbedrijf structureel teveel kosten betaalt. In geschil zijn haar VPB-navorderingsaanslagen, alsmede de vergrijpboetes van in totaal € 70.512. Volgens Rechtbank Noord-Holland moet X bv aannemelijk maken dat aan de uitgaven zakelijke tegenprestaties ten grondslag liggen. X bv slaagt hierin uitsluitend voor de huurkosten van een showroom in India en de rentekosten voor het te laat betalen van facturen. Hoewel het overgrote deel van de winstcorrecties terecht is, maakt de inspecteur niet aannemelijk dat de uitgaven geen enkele economische realiteit hadden. De boetes worden daarom vernietigd. Partijen bereiken in hoger beroep alsnog een compromis.
Hof Amsterdam oordeelt dat van de in geschil zijnde kosten conform het compromis alsnog 25% in aftrek wordt toegelaten. De boetes worden vernietigd, conform de uitspraak van de rechtbank. Het beroep van X bv is gegrond en het incidentele hoger beroep van de inspecteur is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8