Hof Den Haag verwerpt het standpunt van X dat het compromis in hoger beroep in een andere zaak onder invloed van dwaling en dwang tot stand is gekomen.

Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland legt aan belanghebbende, X, een aanslag watersysteemheffing en zuiveringsheffing op over het belastingjaar 2017 van € 273,90. Op 16 februari 2019 is een bedrag van in totaal € 69 aan invorderingskosten in rekening gebracht. Ook voor de jaren 2018 en 2019 zijn aanslagen opgelegd en kosten in rekening gebracht. X gaat in beroep en in hoger beroep. Tijdens de hogerberoepsprocedure in een andere zaak bereiken X en de invorderingsambtenaar overeenstemming aangaande de kosten en het intrekken van de diverse beroepsprocedures. De invorderingsambtenaar houdt zich aan de afspraken, X niet.

Hof Den Haag verwerpt het standpunt van X dat het compromis onder invloed van dwaling en dwang tot stand is gekomen. X heeft tijdens de zitting op 19 juni 2020 vrijwillig ingestemd met het compromis. Ook van dwaling is geen sprake, de gemaakte afspraken zijn duidelijk en niet voor verschillende uitleg vatbaar. X is nalatig in de nakoming van de gemaakte afspraken. Het hof houdt X aan hetgeen hij met de invorderingsambtenaar is overeengekomen. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6

Invorderingswet 1990 12

Invorderingswet 1990 11

Algemene wet bestuursrecht 4:119

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 14 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen