Partijen bereiken in hoger beroep bij Hof Arnhem-Leeuwarden een compromis: voor het jaar 2010 wordt de correctie van de vrijval van de schuld beperkt tot € 405.000. De correctie managementvergoeding van € 123.000 blijft in stand, ook voor de jaren 2011 en 2012.

X leent € 900.000 van de bank voor de financiering van een onderhandse lening aan A bv. X houdt de aandelen in A bv. X leent dit bedrag in 2002 door aan A bv. In verband met de kredietstop die de bank vervolgens doorvoert, start X een procedure. De gemachtigde van X en de inspecteur stellen een VSO op, op grond waarvan een betaling door de bank tot het ROW moet worden gerekend. X wordt door de rechtbank veroordeeld om € 992.850 te betalen aan de bank. In hoger beroep oordeelt het hof dat X slechts € 297.855 hoeft te betalen. De bank betaalt daarop in 2010 € 997.120 terug aan X. Omdat de inspecteur in 2016 vaststelt dat X het terugontvangen bedrag van de bank niet als ROW heeft verantwoord, legt hij een IB-navorderingsaanslag 2010 op aan X. X stelt dat geen VSO tot stand is gekomen. Rechtbank Gelderland oordeelt dat een VSO tot stand is gekomen en dat de inspecteur het van de bank terugontvangen bedrag terecht tot het ROW van X heeft gerekend. De gemachtigde van X heeft de VSO namelijk per mail van 23 december 2008 namens X aanvaard. X gaat in hoger beroep.

Partijen bereiken in hoger beroep bij Hof Arnhem-Leeuwarden een compromis: voor het jaar 2010 wordt de correctie van de vrijval van de schuld beperkt tot € 405.000. De correctie managementvergoeding van € 123.000 blijft in stand, ook voor de jaren 2011 en 2012.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.92

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 9 december

Informatiesoort: VN Vandaag

261

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen