Belanghebbende, X, is een schutterijvereniging die gebruik maakt van een oefenterrein met daarop een clubhuis en acht schietbomen. De schietbomen zijn masten waarop ‘telramen' met schietbolletjes zijn geplaatst. Zij zijn verankerd in de grond door middel van een betonnen fundering en worden mede overeind gehouden door tuien. De schietbomen zijn voorzien van kogelvangers: een van een kap voorziene bak op rails, die na het schieten omlaag kan worden getransporteerd om de opgevangen kogels uit de bak te verwijderen. De kogelvangers zijn aan de schietbomen bevestigd. De Hoge Raad oordeelt dat de kogelvangers bij het bepalen van de WOZ-waarde van het oefenterrein vallen onder de zogeheten werktuigenuitzondering (HR 11 juli 2014, nr. 13/05231, V-N 2014/36.28). De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Arnhem-Leeuwarden om vast te stellen wat de buiten aanmerking te laten waarde van de kogelvangers is.
Hof Arnhem-Leeuwarden verlaagt naar aanleiding van het ter zitting gesloten compromis de WOZ-waarde van het oefenterrein naar € 162.000. Ter zitting hebben partijen overeenstemming bereikt over de buiten aanmerking te laten waarde van de kogelvangers. Deze waarde bedraagt volgens partijen € 93.000. Het hoger beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2-1-e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 21 januari