X is enig aandeelhouder in A bv en op grond van een arbeidsovereenkomst in dienst als directeur. X wordt bij B nv als enig lid van de raad van bestuur gedetacheerd door A bv op grond van een overeenkomst van opdracht. De inspecteur heeft aan X voor het jaar 2015 een aanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 250.000 en beschikking belastingrente van € 1579. In geschil is of X in dienstbetrekking tot B nv staat. Rechtbank Gelderland oordeelt dat er geen sprake is van de verplichting om persoonlijk arbeid te verrichten omdat de rechtsverhoudingen die aan de werkzaamheden van X ten grondslag liggen, de overeenkomst van opdracht tussen A bv en B nv en de arbeidsovereenkomst tussen A bv en X zijn. Het beroep van X tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur is gegrond en de rechtbank vermindert het belastbaar inkomen uit werk en woning in de aanslag IB/PVV 2015 van € 250.000 tot € 135.000. De inspecteur stelt hoger beroep in bij het hof.
Hof Arnhem-Leeuwarden vernietigt de uitspraak van de rechtbank en vermindert de aanslag tot € 149.000 conform het overeengekomen compromis tussen partijen.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 2h
Wet op de loonbelasting 1964 4
Wet op de loonbelasting 1964 2