X bv is in 1998 opgericht als houdster- en financieringsmaatschappij. Haar enig aandeelhouder is X ltd, die is gevestigd in het Verenigd Koninkrijk. In verband met een beursgang is het X-concern eind 1998 gesplitst. In verband hiermee heeft X bv diverse 99% deelnemingen verkregen. Tegen uitreiking van aandelen neemt X bv tevens enkele renteloze vorderingen op deze deelnemingen over. De vorderingen staan niet op schrift en zijn niet gezekerd. Twee van deze vorderingen worden kort daarop door X bv afgewaardeerd. Volgens Rechtbank Haarlem is dat terecht. Hof Amsterdam oordeelt dat civielrechtelijk sprake is van leningen, maar dat vanwege het onzakelijke debiteurenrisico afwaardering niet is toegestaan. X bv moet voorts 'geïmputeerde (fictieve) rentebaten' verantwoorden. Hierbij wordt uitgegaan van een risicovrije lening met een rente van 5% minus een debiteurenrisicocomponent. X bv gaat in cassatie.
Advocaat-Generaal Wattel is van mening dat een lening omlaag voor wat betreft de gevolgen van de onzakelijkheidsbeoordeling niet anders is dan een lening omhoog. Conform het arrest 08/05323 (HR 25 november 2011, V-N 2011/63.10) is de afwaardering dus niet aftrekbaar. Volgens dit arrest moet op een onzakelijke lening in beginsel rente worden berekend die de gelieerde debiteur aan een derde betaald zou hebben indien de gelieerde crediteur zich jegens die derde borg had gesteld. Het hof is ten onrechte uitgegaan van een debiteurenrisicovrije rentevoet. X bv heeft echter geen belang bij verwijzing, aangezien het in haar belang is dat de geïmputeerde rente zo laag mogelijk blijft. Het is niet aannemelijk dat een borgstellingsanaloge rente lager zou kunnen uitkomen. X bv stelt vergeefs dat goed koopmansgebruik een voorziening wegens oninbaarheid voor de geïmputeerde rente toestaat, In casu is namelijk sprake van onzakelijke nalatigheid door X bv als crediteur. Het beroep van X bv is volgens de A-G ook voor het overige ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 9 juni