Belanghebbende, X bv, is in 1991 opgericht door de heer A. X bv houdt zich bezig met holdingactiviteiten. De heer A is in 2003 overleden. Daarna staat zijn echtgenote ingeschreven als enig bestuurder. Blijkens haar IB-aangiften bezit zij nog steeds alle aandelen in X bv. Aangezien X bv door een conflict met haar oude accountant geen VPB-aangifte over 2011 heeft gedaan, is een ambtshalve aanslag opgelegd. In geschil is of daarbij terecht een verzuimboete van € 2.460 is opgelegd. Volgens Rechtbank Den Haag had X bv vanwege het conflict met haar accountant, die weigerde de administratie af te staan, contact met de inspecteur moeten opnemen. Gelet op de serieuze pogingen die zijn gedaan om de administratie alsnog in bezit te krijgen, wordt de boete gematigd tot € 500. X bv gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag oordeelt dat de rechtbank terecht en op goede gronden tot haar oordelen is gekomen. De zienswijze van de rechtbank en de gronden waarop deze berust, zijn juist en worden overgenomen. X bv heeft in hoger beroep namelijk geen feiten en omstandigheden gesteld die in eerste aanleg nog niet zijn aangevoerd en evenmin argumenten heeft gebezigd die een zodanig nieuw licht op het onderhavige geschil werpen, dat op grond daarvan de conclusie kan worden getrokken dat beslissing van de rechtbank onjuist is. Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a