Rechtbank Arnhem oordeelt dat belanghebbende in beginsel geen beroep kan doen op het belastingverdrag met Frankrijk.

Belanghebbende (X) heeft de Franse nationaliteit en woont sinds de jaren '80 in Nederland. Hij houdt de aandelen in D bv. In 2006 remigreert belanghebbende naar Frankrijk. De inspecteur legt een conserverende aanslag aan belanghebbende op in verband met zijn ab in D bv en de remigratie. Volgens belanghebbende is dit echter in strijd met het belastingverdrag Nederland-Frankrijk. Rechtbank Arnhem oordeelt – onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 20 februari 2009, nr. 42701 (BNB 2009/260) – dat belanghebbende in beginsel geen beroep kan doen op het belastingverdrag. De rechtbank overweegt hierbij dat de heffing in casu aanknoopt bij een geconstateerde vermogensaanwas die niet door vervreemding tot uitdrukking is gekomen en dat het vervreemdingsvoordeel wordt beschouwd te zijn genoten op het moment onmiddellijk voorafgaand aan de emigratie. De conserverende aanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Arnhem

4

Gerelateerde artikelen