B houdt de aandelen in belanghebbende, X bv, en houdt sinds 1996, in rekening courant, een beleggingsportefeuille aan bij Schretlen & Co. Begin 2002 maakt X bv bijna € 2 mln. over naar de bankrekening van E, de echtgenote van B. Van deze rekening wordt vervolgens € 2,1 mln. overgemaakt naar de rekening van E bij Schretlen. B koopt hier vervolgens effecten voor. In september 2002 opent X bv ook een rekening bij Schretlen. Op 31 december 2002 verzoekt E Schretlen om overboeking van een aantal effecten uit haar portefeuille naar de rekening van X bv. Enige minuten later verzoekt X bv om terugboeking van de effecten naar E. In haar VPB-aangifte 2002 neemt X bv een verlies op in verband met de effecten. De inspecteur accepteert het verlies niet.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat voor eigen rekening en risico is belegd. Volgens de rechtbank blijkt uit de feiten namelijk dat het voornaamste doel van de door B gevolgde werkwijze is geweest om de in privé geleden verliezen op aandelentransacties ten laste van de belastbare winst van X bv te brengen. De rechtbank overweegt daarbij dat reeds in september 2002 een effectenrekening ten name van X bv was geopend, maar dat B pas achteraf Schretlen heeft verzocht om de effecten over te boeken naar die rekening en dat de effecten direct weer zijn teruggeboekt. De rechtbank houdt de correctie ter zake van het verlies op de effecten in stand.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 23 mei