Hof Den Haag oordeelt dat het ontdekken van de stortingen het nieuwe feit is dat de navordering bij de dga rechtvaardigt. Het betreft een totaal van € 212.065, dat niet in het kasboek van de bv is geboekt.

X is middellijk 50% aandeelhouder van een bv. Na een boekenonderzoek bij de horecaonderneming die de bv exploiteert, concludeert de inspecteur dat de kas is gemanipuleerd en dat omzet is verzwegen. Uit daarna bij X opgevraagde bankafschriften volgt dat er veel contante stortingen op zijn privérekening zijn. Volgens de inspecteur zijn deze stortingen winstuitdelingen van de bv. In geschil zijn diverse navorderingsaanslagen in de IB-sfeer, alsmede de vergrijpboeten van 50%. X stelt in hoger beroep dat hij als gokverslaafde veel winst had behaald en dat die samen met zijn overige spaargeld contant op zolder werd bewaard.

Hof Den Haag oordeelt dat het ontdekken van de stortingen het nieuwe feit is dat de navordering rechtvaardigt. Het betreft 203 stortingen met een totaal van € 212.065, dat niet in het kasboek van de bv is geboekt. De betreffende correcties bij de bv in de VPB- en BTW-sfeer staan inmiddels ook vast. Het is niet geloofwaardig dat X in het verleden als gokverslaafde gokwinsten heeft behaald en bovendien is het vermeende contante spaargeld destijds ook niet in box 3 aangegeven. De betalingen zijn winstuitdelingen, ondanks dat X geen meerderheidsaandelenbelang in de bv bezit. Het is aan zijn voorwaardelijke opzet te wijten dat te weinig belasting bij hem is geheven. De boeten zijn dus passend en geboden. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Wet inkomstenbelasting 2001 4.12

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 29 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

701

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen