Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat voor de bedragen van de contante stortingen op haar bankrekening geen sprake is van te belasten inkomsten. Het hof overweegt daarbij dat X door de strafkamer is veroordeeld voor witwassen.

Naar X wordt een strafrechtelijk onderzoek ingesteld in verband met witwassen en heling van sieraden. De inspecteur legt vervolgens IB-navorderingsaanslagen op aan X in verband met contante stortingen op haar bankrekening. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat deze contante stortingen afkomstig zijn uit een andere bron van inkomen dan de ANW-uitkering. De contante stortingen zijn dan ook terecht tot het inkomen van X gerekend.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat voor de bedragen van de contante stortingen op haar bankrekening geen sprake is van te belasten inkomsten. De stortingen kunnen niet worden verklaard uit van X bekende inkomstenbronnen. X heeft verder ook onvoldoende verklaring gegeven over de herkomst van de contante geldsommen. Zonder nadere onderbouwing is de stelling van X, dat de contante stortingen afkomstig zijn van de verkoop van haar eigen sierraden, onvoldoende concreet. Het hof overweegt daarbij verder nog dat X door de strafkamer is veroordeeld voor witwassen. De inspecteur maakt dan ook aannemelijk dat de contante stortingen op de bankrekening van X volledig afkomstig moeten zijn uit een andere bron van inkomen van X dan haar ANW-uitkering. Hij heeft daarom terecht de contante stortingen tot het belastbare inkomen uit werk en woning van X gerekend. Het beroep is nog wel gegrond omdat de inspecteur het inkomen voor het jaar 2011 te hoog heeft vastgesteld, met € 10.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 24 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

331

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen