De Hoge Raad bevestigt dat een verlenging van de redelijke termijn wegens corona alleen is toegestaan indien een zitting was gepland in de periode dat de gerechtsgebouwen vanwege corona gesloten waren.

Belanghebbende, X, procedeert tegen een op aangifte voldaan bedrag aan BPM. X verzoekt in hoger beroep bij Hof Arnhem-Leeuwarden om een immateriëleschadevergoeding (ISV) wegens overschrijding van de redelijke termijn in beroep en hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat van termijnoverschrijding geen sprake is, onder meer omdat de termijn wegens corona moet worden verlengd met vier maanden.

De Hoge Raad bevestigt dat een verlenging van de redelijke termijn wegens corona alleen is toegestaan indien een zitting was gepland in de periode dat de gerechtsgebouwen vanwege corona gesloten waren (vgl. HR 27 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:752, V-N 2022/24.13). Dat betekent in dit geval dat het hof de redelijke termijn ten onrechte heeft verlengd met een vier maanden. Immers: uit de gedingstukken blijkt niet dat partijen zijn uitgenodigd voor een onderzoek ter zitting in de periode van sluiting van de gerechtsgebouwen. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van X op dit punt gegrond en kent een ISV toe van € 500. De overige klachten van X falen (art. 81 RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Dossiers: Corona

Instantie: Hoge Raad

9

Gerelateerde artikelen