Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar bij de waardering van het clubhuis met de waterskibaan terecht een coronakorting van 10% heeft gehanteerd. Wel heeft X alsnog recht op een immateriële schadevergoeding.

X is gebruiker van een horecagelegenheid (clubhuis) met een waterskibaan. De heffingsambtenaar heeft de waarde van de onroerende zaak voor 2021 vastgesteld op € 641.000. X betwist deze waardering, met name vanwege de impact van coronamaatregelen. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de waarde correct is vastgesteld en heeft het verzoek om immateriële schadevergoeding afgewezen. In geschil is of de waarde van de onroerende zaak te hoog is vastgesteld en of X recht heeft op vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar bij de waardering van het clubhuis met de waterskibaan terecht een coronakorting van 10% heeft gehanteerd. Wel heeft X alsnog recht op een immateriële schadevergoeding. De toegepaste coronakorting is conform de richtlijnen van de VNG. Het hof erkent echter dat de redelijke termijn is overschreden en kent X een immateriële schadevergoeding toe van € 1000. X' hoger beroep is enkel gegrond wat betreft de immateriële schadevergoeding.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 22

Wet waardering onroerende zaken 17

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Editie: 18 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

153

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen