X BV dient haar VPB-aangifte over 2014 in op 26 oktober 2016. Door een zuivere splitsing houdt zij per 31 december 2016 op te bestaan. De aanslag met verlies- en boetebeschikking is gedateerd op 14 oktober 2017. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur overtuigend aantoont dat het aanslagbiljet op 12 oktober 2017 aan PostNL is aangeboden. De aanslag is terecht naar het laatst bekende vestigingsadres van X BV gezonden. Dat zij in verband met de splitsing per 31 december 2016 is opgehouden te bestaan, is niet van belang. Noch X BV, noch haar gemachtigde heeft de inspecteur namelijk geïnformeerd over een ander adres. X BV gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat vast staat dat één van de verkrijgende rechtspersonen op hetzelfde adres is gevestigd als waar X BV laatstelijk was gevestigd en dat het aanslagbiljet naar dat adres is verzonden. Het biljet is hierdoor naar het juiste adres verzonden en de aanslag en de beschikkingen zijn op juiste wijze bekendgemaakt. Na de zuivere splitsing moet een bezwaar tegen een aanslag of beschikking ten name van de verdwenen rechtspersoon worden ingediend door of namens (één van) de verkrijgende rechtspersonen. Het namens X BV op 7 februari 2019 gemaakte bezwaar (de eerste herziene VPB-aangifte) is niet tijdig ingediend. Het hof kon tot geen ander oordeel komen dan dat het bezwaar niet-ontvankelijk was. Het beroep tegen de uitspraak op bezwaar was wel tijdig, omdat de inspecteur de tweede herziene VPB-aangifte als beroepschrift naar de rechtbank had moeten zenden. De rechtbank had het beroep ongegrond in plaats van niet-ontvankelijk moeten verklaren. Aangezien echter ook een ongegrondverklaring van het beroep bij de rechtbank in de weg zou hebben gestaan aan beoordeling van de door X BV bepleite verhoging van het vastgestelde verlies, zou met cassatie op deze grond evenwel geen redelijk belang zijn gediend. Het beroep in cassatie is ongegrond.
Wetsartikelen:
Burgerlijk Wetboek Boek 2 334a
Algemene wet bestuursrecht 6:15
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet bestuursrecht 3:4
Algemene wet bestuursrecht 3:41
Algemene wet bestuursrecht 6:8
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Invordering, Vennootschapsbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 10 maart
Informatiesoort: VN Vandaag