Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat belanghebbenden recht hebben op een proceskostenvergoeding nadat de inspecteur in beroep alsnog de box 3-heffing heeft verlaagd op grond van het Kerstarrest.
Aan X en Y zijn voor 2017 en 2018 aanslagen IB/PVV opgelegd waarin box 3-heffingen zijn begrepen. X en Y gaan in bezwaar en beroep tegen de box 3-heffingen. Nadat de rechtbank de beroepen op 17 december 2021 ter zitting heeft behandeld, wijst de Hoge Raad het zogeheten Kerstarrest van 24 december 2021 (V-N 2022/2.3). De inspecteur komt X en Y vervolgens alsnog tegemoet en verlaagt de box 3-heffingen. X en Y verzoeken in beroep om een proceskostenvergoeding.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat nu de aanslagen IB/PVV 2017 en 2018 in beroep alsnog door de inspecteur zijn verminderd het verzoek om een proceskostenvergoeding kennelijk gegrond is. X en Y ontvangen gezamenlijk € 2511.
Lees ook het Dossier Box 3.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75a
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Dossiers: Box 3
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 7 februari