Erflater, de heer X, overlijdt in 1996. In oktober 2001 wordt X geïdentificeerd als houder van bankrekeningen bij de KB Lux. Eind 2002 worden navorderingsaanslagen aan belanghebbenden, de erven X, opgelegd. Pas in de bezwaarfase geeft de weduwe van X volledige openheid van zaken. In geschil is primair of de VB-navorderingsaanslag over 1991 tijdig is opgelegd. Deze (pen)aanslag bevat door een typefout een onjuist aanslagnummer. Begin 2003 is dit hersteld door het uitreiken van een tweede – overigens identieke – aanslag. Rechtbank Breda oordeelt dat de eerste aanslag ondanks de typefout wel rechtsgeldig en dus tijdig bekend is gemaakt. Het nummer is namelijk geen essentieel onderdeel (zie HR 3 december 2010, nr. 09/00174, V-N 2010/63.8). Het maakt niet uit dat de tweede aanslag buiten de verlengde navorderingstermijn van 12 jaar is opgelegd. De erven X gaan in hoger beroep. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de eerste aanslag de relevante navorderingsaanslag is en dat aan de tweede aanslag dus geen zelfstandige betekenis toekomt. Ondanks de ongelukkige formulering "vervangende" aanslag had het de erven X namelijk duidelijk moeten zijn dat met de tweede aanslag slechts correctie van het aanslagnummer werd beoogd. De erven X stellen ook vergeefs voor het eerst in hoger beroep dat de aanslagen niet tijdig, dus niet vóór 1 januari 2003, zijn verzonden. Allereerst omdat zij niet hebben voldaan aan de plicht om zulks gemotiveerd te stellen en voorts omdat de inspecteur aannemelijk maakt dat de aanslagen wel tijdig ter post zijn bezorgd. De inspecteur heeft bij het voorbereiden en opleggen van de aanslagen voldoende voortvarend gehandeld. Vanwege het overschrijden van overschrijding van de redelijke termijn krijgen de erven X nog wel een schadevergoeding van € 6500. Het beroep van de erven X is slechts vanwege dit laatste gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 22 oktober