De aandelen van A bv zijn in handen van het op Man gevestigde Y Ltd. Belanghebbende, X, is directeur van A bv. Uit een strafrechtelijk onderzoek blijkt dat A bv omzet heeft verzwegen. Uit het onderzoek blijkt ook dat X in 2003 een boot van € 63.500 heeft gekocht en in 2006 een auto van € 50.000. Tevens beschikte X in 2003 en 2004 over een Luxemburgse bankrekening. X heeft de contanten en de bankrekening niet in zijn IB-aangiften opgenomen. Naar aanleiding van het onderzoek legt de inspecteur IB-navorderingsaanslagen aan X op.
Rechtbank Zeeland – West-Brabant oordeelt dat X – gezien de bescheiden inkomsten die hij genoot – in de jaren 2003-2006 andere inkomsten moet hebben gehad dan de inkomsten die hij in zijn aangiften heeft vermeld. Aangezien X een zowel absoluut als relatief groot deel van zijn inkomsten heeft verzwegen, rust de bewijslast op hem. Volgens de rechtbank heeft X de onjuistheid van de uitspraken op bezwaar niet doen blijken. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat de inspecteur de aangiften terecht heeft gecorrigeerd met betrekking tot de aankoop van de boot, de aankoop van de auto en de Luxemburgse bankrekening, maar niet met betrekking tot de door A bv verzwegen omzet. Volgens de rechtbank is namelijk niet gebleken dat X de uiteindelijk gerechtigde tot de aandelen A bv was. De rechtbank vermindert de navorderingsaanslagen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 29 mei