Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur in redelijkheid tot zijn omzetcorrecties heeft kunnen komen. Daarbij is van belang dat slechts een deel van de administratie is verstrekt en dat een deel is weggegooid.

X en haar echtgenoot exploiteren in vof-verband twee grillrestaurants. Naar aanleiding van de verstrekking van een deel van de administratie van de restaurants door een ex-medewerker, stelt de inspecteur een boekenonderzoek in. Naar aanleiding van dit onderzoek legt de inspecteur IB-navorderingsaanslagen op aan X. X is het hier niet mee eens. Zij stelt dat de gecorrigeerde omzetten niet behaald kunnen worden met de inkoop van de vof en dat er niet genoeg personeel was om die omzet te behalen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur in redelijkheid tot zijn omzetcorrecties heeft kunnen komen. Daarbij is van belang dat slechts een deel van de administratie is verstrekt en dat een deel is weggegooid. Nu X voor haar stellingen over de inkoop en het personeel geen bewijs aandraagt, toont zij ook niet aan dat en in hoeverre de uitspraak op bezwaar onjuist is. De rechtbank vernietigt nog wel de aan X opgelegde boetes. De door de inspecteur aangevoerde omstandigheden maken niet dat de inspecteur overtuigend aantoont dat X op het moment dat de definitieve IB-aanslagen werden opgelegd, beschikte over de voor opzet benodigde bewustheid dat daardoor te weinig belasting werd geheven. Dat X haar administratie- en bewaarplicht en haar informatieplicht heeft geschonden, houdt nog niet in dat er sprake is van een bewustheid ten aanzien van een te lage heffing.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 18 mei

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen