Hof Amsterdam oordeelt dat X, gezien zijn leidende rol in de criminele organisatie, inkomsten uit de illegale hennepteelt moet hebben genoten. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X wordt medio 2014 gearresteerd wegens betrokkenheid bij de exploitatie van hennepkwekerijen. Uiteindelijk is hij slechts veroordeeld voor het deelnemen aan een criminele (hennepteelt)organisatie. In zijn aangifte IB 2013 staat een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 2332 en over 2014 van € 263. In geschil zijn de aanslagen IB/PVV op basis van Nibud-cijfers en de 50% vergrijpboete. Volgens X leeft hij van het casino en zijn familie. Volgens het arrest HR 16 juli 2021, 20/04112, V-N 2021/31.20 heeft het hof X’ verzoek tot uitstel van de zitting onvoldoende gemotiveerd afgewezen. Volgt verwijzing.
Hof Amsterdam (V-N 2022/41.5) oordeelt dat X, gezien zijn leidende rol in de criminele organisatie, inkomsten uit de illegale hennepteelt moet hebben genoten. Bij hem is namelijk veel contant geld aangetroffen en hij had meerdere auto’s op zijn naam staan. De rechtbank heeft de schattingen van de inspecteur terecht verlaagd tot modale inkomens van € 34.832 en € 33.263. X heeft de inkomsten bewust niet opgegeven, zodat de boete van 50% in beginsel passend en geboden is. De boete heeft de rechtbank terecht al verlaagd tot 36%, vanwege het omkeren en verzwaren van de bewijslast en het overschrijden van de redelijke termijn. X’ beroep is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet bestuursrecht 8:57
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 20 maart
Informatiesoort: VN Vandaag