Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de crisisheffing bij voetbalclub X niet leidt tot een verboden individuele en buitensporige last.

Belanghebbende, X, is een voetbalclub in de Eredivisie. In 2012 betaalt zij aan 33 medewerkers een loon van meer dan € 150.000. De inspecteur legt aan X een naheffingsaanslag loonheffingen op van ruim € 2 miljoen in verband met crisisheffing.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de crisisheffing bij X niet leidt tot een verboden individuele en buitensporige last. X kan worden toegegeven dat zij, als betaald-voetbalorganisatie met relatief veel veelverdieners, is geconfronteerd met een substantieel bedrag aan crisisheffing. Naar het oordeel van de rechtbank is bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een individuele buitensporige last evenwel niet doorslaggevend dat sprake is van een in absolute zin hoog belastingbedrag of dat van X een hoger bedrag dan gemiddeld wordt geheven. Beoordeeld moet worden of X als gevolg daarvan een last moet dragen die, gezien de specifiek voor haar individuele situatie geldende feiten en omstandigheden als buitensporig moet worden aangemerkt. Van dit laatste is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 32bd

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 27 december

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen