X bv draagt over het tijdvak maart 2013 pseudo-eindheffing hoge lonen (crisisheffing) af. X bv stelt dat er sprake is van strijd met art. 14 EVRM, art. 26 IVBPR en art. 1 EP. Verder stelt X bv dat de crisisheffing in strijd is met art. 7 EVRM.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat er geen sprake is van strijd met art. 7 EVRM. Volgens de rechtbank behelst de crisisheffing namelijk geen punitieve sanctie. De rechtbank verweegt daarbij dat uit de jurisprudentie van het EHRM blijkt dat belastingaanslagen geen strafrechtelijke vervolging inhouden. Ten aanzien van de onderhavige maatregel stelt de rechtbank vervolgens vast dat deze naar haar aard niet bestraffend is, zodat de garanties die voor strafrechtelijke procedures gelden, waaronder het verbod om met terugwerkende kracht een straf op te leggen, niet van toepassing zijn. Ten aanzien van de overige klachten van X bv (strijd met het wettelijke systeem, het discriminatiebeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel) verwijst de rechtbank naar de jurisprudentie van de Hoge Raad op dit gebied. Ook is er volgens de rechtbank geen sprake van een individuele en buitensporige last. Het gelijk is aan de inspecteur.
Lees ook het thema Eindheffingen: Loonbelasting heffen van de werkgever.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 7
Wet op de loonbelasting 1964 32bd
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 25 oktober