Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de crisisheffing niet in strijd is met art. 1 Eerste Protocol EVRM of art. 26 IVBPR. De rechtbank verwijst daarbij naar de jurisprudentie van de Hoge Raad.

X bv draagt over het tijdvak maart 2014 op aangifte € 382.653 af aan pseudo-eindheffing hoog loon (crisisheffing). In geschil is of de crisisheffing in strijd is met art. 1 Eerste Protocol EVRM, art. 14 EVRM of art. 26 IVBPR.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de crisisheffing niet in strijd is met art. 1 EP, art. 26 IVBPR en art. 14 EVRM. De rechtbank verwijst hierbij naar het arrest van de Hoge Raad van 29 januari 2016, nr. 2015/03090 (V-N 2016/7.18). Ook is er volgens de rechtbank geen sprake van een individuele en buitensporige last. Hetgeen X bv daartoe heeft aangevoerd is onvoldoende.

Lees ook het thema Eindheffingen: Loonbelasting heffen van de werkgever

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 32bd

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 9 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen