Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de crisisheffing bij X niet leidt tot een individuele buitensporige last.

Belanghebbende, X, is inhoudingsplichtig voor de loonheffingen. X doet aangiften loonheffingen van aanzienlijk bedragen aan crisisheffing 2013 en 2014. Zij heeft deze bedragen ook op aangifte afgedragen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de crisisheffing bij X niet leidt tot een individuele buitensporige last. Als de rechtbank de hoogte van de crisisheffing afzet tegen de behaalde nettoresultaten in 2013 en 2014 concludeert de rechtbank dat X de crisisheffing zonder enig probleem moet kunnen voldoen. Dat de crisisheffing een negatief effect heeft gehad op de bedrijfsvoering en continuïteit van X is niet aannemelijk gemaakt. De overige grieven van X tegen de crisisheffing verwerpt de rechtbank onder verwijzing naar HR 29 januari 2016, nr. 15/00340, V-N 2016/7.17 en nr. 15/03090, V-N 2016/7.18. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 32bd

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 2 januari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen