Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de cultuurgronduitzondering ook kan gelden voor grond zonder agrarische bestemming. Nu vaststaat dat het weiland op het recreatiepark bedrijfsmatig wordt gebruikt voor het weiden van schapen, is de cultuurgronduitzondering van toepassing.

Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een recreatiepark bestaande uit onder meer infrastructuur, een weiland en een perceel grond bestaande uit 44 kavels. Van deze kavels zijn er 20 verkocht aan derden en 24 nog in eigendom van X bv. In geschil zijn de WOZ-beschikkingen van deze 24 niet-verkochte kavels en die van het WOZ-object dat bestaat uit de infrastructuur van het park en het weiland tesamen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de cultuurgronduitzondering ook kan gelden voor grond zonder agrarische bestemming. Nu vaststaat dat het weiland op het recreatiepark bedrijfsmatig wordt gebruikt voor het weiden van schapen, is de cultuurgronduitzondering van toepassing. Anders dan de heffingsambtenaar voorstaat, vormt het weiland niet samen met de infrastructuur op het park één WOZ-object. Door de aanpassing van de objectafbakening daalt de WOZ-waarde (die dus enkel betrekking heeft op de infrastructuur) naar € 150.000. De nog niet-verkochte kavels heeft de gemeente volgens het hof terecht als afzonderlijke WOZ-objecten afgebakend. Ook de WOZ-waarde van deze kavels acht het hof niet te hoog.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2-1-a

Wet waardering onroerende zaken 17

Wet waardering onroerende zaken 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 12 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen