X exploiteert een zonnepark. De zonnepanelen zijn geplaatst op palen en ‘zweven’ daarom boven de grond, waardoor ook onder de zonnepanelen schapen kunnen grazen. De heffingsambtenaar is van mening dat de cultuurgrondvrijstelling niet van toepassing is, omdat X een kudde schapen laat grazen die niet van hem is. Daarnaast kwalificeert de grond onder de zonnepanelen als ondergrond van gebouwde eigendommen. Dergelijk ondergrond is niet vrijgesteld.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat degene die zich op de cultuurgrondvrijstelling beroept, de bewijslast heeft. Dat is X. Het is niet vereist dat de exploitant van het zonnepark ook eigenaar is van de schaapskudde. Deze mag ook van een derde zijn. Alleen de palen waarop de zonnepanelen staan kwalificeert als ondergrond van een gebouwd eigendom. Dat deel valt niet onder de vrijstelling, alsmede de grindpaden. De grond onder de zonnepanelen, waarop de kudde graast, valt wel onder de cultuurgrondvrijstelling. Het beroep van X is gegrond. De WOZ-waarde wordt verlaagd.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 4 juli