Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X als eigenaar van een Bed and Breakfast en een paardenhotel recht heeft op de cultuurgrondvrijstelling. 

Belanghebbende, X, is eigenaar van een onroerende zaak in aanbouw die na gereedkomen zal worden gebruikt als woonboerderij, minicamping, Bed and Breakfast en paardenhotel. In geschil is of X voor de paardenweide in aanmerking komt voor de cultuurgrondvrijstelling van de Wet WOZ.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X als eigenaar van een Bed and Breakfast en een paardenhotel recht heeft op de cultuurgrondvrijstelling. X heeft volgens het hof aannemelijk gemaakt dat de paardenwei vooral ten behoeve van de paardenfokkerij van X in gebruik is. De wei is slechts in geringe mate in gebruik bij de ruiters die verblijven in de Bed and Breakfast en hun paard op de weide uit laten lopen. Hieruit volgt dat met betrekking tot het gebruik van de weide sprake is van landbouw (weidebouw) als bedoeld in art. 7:312 BW. Het hof is van oordeel dat X aannemelijk heeft gemaakt, dat de paardenweide aangemerkt kan worden als ten behoeve van de weidebouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en verlaagt de WOZ-waarde.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2-1-a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 3 december

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen