A-G Koopman is van mening dat art. 2.17 lid 4 Wet IB 2001 niet zo kan worden uitgelegd dat ook in het kader van carry back nog de mogelijkheid bestaat om de verdeling van box 3 tussen de fiscale partners op grond daarvan te wijzigen.

A-G Koopman is van mening dat herziening van de onderlinge toerekening van de inkomsten uit eigen woning zonder beperkingen mogelijk is zolang de navorderingsaanslag nog niet onherroepelijk is.

A-G Koopman is van mening dat de Staatssecretaris met de door hem aangevoerde klacht niets kan bereiken omdat de IB-navorderingsaanslag is opgelegd conform het standpunt van de inspecteur en die door het hof in stand is gelaten.

Hof ’s-Hertogenbosch sluit zich aan bij het oordeel van de rechtbank dat de aanslagen forensenbelasting terecht zijn opgelegd op basis van de periode dat een vakantiewoning X ter beschikking staat.

Advocaat-generaal Ettema concludeert dat het hof onvoldoende blijk heeft gegeven of het, bij de beoordeling of X voor de BTW-heffing twee of meer afzonderlijke prestaties dan wel één enkele prestatie verricht, rekening heeft gehouden met alle relevante aanwijzingen uit de rechtspraak van het Hof van Justitie EU.

Advocaat-generaal Wattel concludeert dat de stelling van X, dat bij de ruziesplitsing - als het om twee objectieve ondernemingen zou gaan - een nieuwe vijfjaars-bezitstermijn ex art. 35b SW is gaan lopen voor de uitbreiding van A’s subjectieve gerechtigdheid in de onderneming’ horen’, onjuist is.

Het standpunt dat een bepaalde geldverstrekking door middel van zogenoemde profit participation rights (PPR) fiscaal kwalificeert als kapitaal (V-N 2023/26.4.8), is geactualiseerd door de Kennisgroep bijzondere winstbepalingen VPB. De wijzigingen hebben geen gevolgen voor het antwoord op de vraag, alleen de beschouwing bij het antwoord is aangepast.

Een rekeninghouder kan het tegoed op zijn lijfrenterekening bij in leven zijn niet aanwenden voor een nabestaandenlijfrenterekening. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting.

Het opnemen van een automatische afkoopclausule in de voorwaarden van een lijfrenterekening is niet in strijd met het afkoopverbod van art. 1.7 Wet IB 2001. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting.

De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (EOSO) heeft een factsheet en een tekentool op de website geplaatst voor Amount B. Deze extra tekst in de op verrekenprijsgebied toonaangevende ‘OECD Transfer Pricing Guidelines’ beoogt binnen een multinationale onderneming eenvoudiger een afgebakend bedrag aan winst toe te rekenen aan marketing- en verkoopactiviteiten.

Het Uitvoeringsbesluit minimumbelasting 2024 is in het Staatsblad gepubliceerd. Het uitvoeringsbesluit treedt in werking met ingang van 31 december 2024 en werkt terug tot en met 31 december 2023.

De Wet aanpassing Wet minimumbelasting 2024 is in het Staatsblad gepubliceerd en treedt in werking met ingang van 31 december 2024, deels met terugwerkende kracht.

Hof Den Haag oordeelt dat Q bv niet voldoet aan de winstbestemmingseis. Uit de statuten blijkt namelijk dat het resultaat ter vrije beschikking staat van de algemene vergadering van aandeelhouders. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).