Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing is op de geherkwalificeerde Russische excessieve rente. Volgens de rechtbank is er sprake van een lening en kwalificeert de vergoeding daarop als rente en niet als dividend.
X bv behoort tot de A-groep, een concern dat kabels en leidingen produceert. In 2007 - 2008 verstrekt X bv leningen van € 7,5 mln en € 1,5 mln aan D, een Russische vennootschap die ook tot de A-groep behoort. Op grond van Russische thin-capitalisation regels wordt de excessieve rente op de lening ge(her)kwalificeerd als dividend, en kan Russische dividendbelasting over de excessieve rente worden ingehouden. X bv is van mening dat de deelnemingsvrijstelling van toepassing is op de excessieve rente, die door Rusland als dividend wordt gekwalificeerd, en niet met VPB kan worden belast.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing is op de geherkwalificeerde Russische excessieve rente. Volgens de rechtbank is er sprake van een lening en kwalificeert de vergoeding daarop als rente en niet als dividend. De deelnemingsvrijstelling is dan niet van toepassing. Verder merkt de rechtbank op dat X bv haar stelling dat de deelnemingsvrijstelling van toepassing is, onvoldoende onderbouwt. Ook stelt de rechtbank vast dat in belastingverdragen die door Rusland na 2008 zijn afgesloten een voorbehoud is opgenomen om de nationale thin-capitalisation regels toe te kunnen passen, maar dat dit niet is gebeurd voor het met Nederland gesloten verdrag. In zoverre is er volgens de rechtbank dan ook sprake van ‘treaty override’. Ook bestaat voor X bv geen recht op verrekening van de ingehouden Russische dividendbelasting.
Lees ook het thema Deelnemingsvrijstelling: Onbelaste inkomsten uit dochtervennootschappen
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 13
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 13 juni