Voor de toepassing van de Wet bronbelasting 2021 is het het best passend om aan te sluiten bij het royaltybegrip van art. 12 van het OESO-modelverdrag, waarop de Nederlandse belastingverdragen zijn gebaseerd. Op die manier kan Nederland het nationale heffingsrecht ten opzichte van een laagbelastende jurisdictie onder een belastingverdrag zo goed mogelijk effectueren. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer in antwoord op Kamervragen.

Door aan te sluiten bij de definitie van het BvdB of de rente- of royaltyrichtlijn, zouden ook betalingen voor operational leasing onder de reikwijdte van de Wet bronbelasting 2021 worden gebracht. Dit is niet de bedoeling van deze wet, die immers passieve geldstromen wil belasten.

De definitie van royalty’s in het VN-Modelverdrag is iets ruimer dan in het OESO-Modelverdrag.

De Kamervragen zijn gesteld door het lid Alkaya (SP) naar aanleiding van het nieuwsbericht ‘Multinationals trekken aan het langste eind in het gevecht om bronbelasting’.

Wetsartikelen:

Besluit OESO-commentaar op artikel 15 en 17 OESO-modelverdrag (ontslagvergoedingen in grensoverschrijdende situaties, publieksgericht optreden) 12

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 16 maart

97

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen