Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Denemarken niet in strijd met het EU-recht handelt door de verliezen van de Deense vi’s slechts onder bepaalde voorwaarden in aftrek toe te staan. Daarmee mag dan echter niet aan de Zweedse moedermaatschappij elke daadwerkelijke mogelijkheid worden ontnomen om deze verliezen af te trekken.
NN A/S is de moedermaatschappij van een Deens concern. Tot het concern behoren twee Zweedse vennootschappen (Sverige 1 en Sverige 2), die beide beschikken over een in Denemarken gevestigde vaste inrichting. De v.i.’s fuseren in 2006, waarbij de v.i. van Sverige 2 wordt overgedragen aan Sverige 1, in ruil voor aandelen. De fusie wordt in Zweden behandeld als een herstructurering van activiteiten, een belastingvrije verrichting. In Denemarken is er echter sprake van een belastbare overdracht van activa tegen de marktwaarde. In 2008 verzoekt NN A/S om het verlies van de v.i. af te trekken van de resultaten van het concern. De Deense Belastingdienst weigert om dit verzoek te honoreren, omdat het op grond van de Zweedse belastingregels niet verboden is om de verliezen van de v.i., die eigendom is van de in Zweden gevestigde dochteronderneming, te verrekenen. De Deense rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Denemarken niet in strijd met het EU-recht handelt door de verliezen van de Deense vi’s, die in handen zijn van een Zweedse vennootschap, slechts onder bepaalde voorwaarden in aftrek toe te staan. Er is echter wel sprake van strijd met het EU-recht als het concern daarmee elke daadwerkelijke mogelijkheid wordt ontnomen om deze verliezen af te trekken van zijn geïntegreerde resultaat, en het onmogelijk is voor de Zweedse vennootschap om de verliezen in Zweden af te trekken.
Lees ook het thema Verliesverrekening in de vennootschapsbelasting en De fiscale eenheid bij grensoverschrijdende situaties.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 54
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 49
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 6 juli